- Anique uut Liemt
- Anique uut Liemt
Het donkert. ’s Morgens is het nog donker als de wekker gaat, ’s avonds is het donker tegen kinderbedtijd. De dagen worden merkbaar korter, en eindelijk krijgen we ook iets meer herfstweer. Ik hou best van een zonnetje en zonder jas de deur uit kunnen, maar heet hoeft niet voor mij en verdorie, het is herfst, we gaan het donkere jaargetij in, ik wil regen en wind. Ik hou ook van onstuimig weer. Ik hou van de variatie van de seizoenen, hoe hard ik ook kan mopperen als ik door de nattigheid of de kou moet.
- Anique uut Liemt
- Anique uut Liemt
Ik kan het niet helpen, ik heb bij dat woord direct het nummer ‘Changes’ van de film Shrek in mijn hoofd. Nu maken Shrek en Fiona inderdaad ook heel wat veranderingen door in al die films, maar hier thuis gebeurt er ook heel wat. Toen oudste tien jaar werd was ik ineens moeder van een tiener. Jemig. Nu gaat oudste na de zomer naar het voortgezet onderwijs, met verse beugel en al. Voor haar behoorlijk wat veranderingen en voor mij, haar moeder dus ook. Bij het afscheid van de basisschool moesten de leerlingen over een vuurtje heen springen. Juf was geïnspireerd door het over vuur springen bij het lokale Midzomerfeest . Een prachtig overgangsritueel vond ik het. Hoewel voor school betrekkelijk nieuw, is het al een oeroud gebruik.
- Anique uut Liemt
- Anique uut Liemt
Vroeger hè, echt heel vroeger, eeuwen geleden, toen de vissen te voet gingen en de keien van hout waren, toen bouwde men dorpen langs doorgaande wegen en aan kruispunten. Over die wegen kwam namelijk ook aanvoer van artikelen die men niet zelf kon produceren. Over die wegen kwam de scharensliep, de reizende tandentrekker, en familie van ver. Allengs werden die dorpen groter en de wegen drukker. Er kwamen zijstraten en dwarsstraten, herbergen, en verbetering van het wegdek. Men legde rechtere wegen aan, zodat niet alle kronkels om moerassige stukken en dichte bebossing meegenomen hoefden te worden.
- Anique uut Liemt
- Anique uut Liemt
Mijn moeder heeft groene vingers. Altijd al gehad. Ze maakt iedere keer een paradijsje van zowel voor- als achtertuin. Bij haar ouders was een grote moestuin. Dat betekende dat ik soms naar huis moest fietsen met een doos bonen achterop die meer woog dan ik. Ik ben het trauma nooit helemaal te boven gekomen (weet u meteen waarom ik niet zo’n fan van fietsen ben).