Het donkert. ’s Morgens is het nog donker als de wekker gaat, ’s avonds is het donker tegen kinderbedtijd. De dagen worden merkbaar korter, en eindelijk krijgen we ook iets meer herfstweer. Ik hou best van een zonnetje en zonder jas de deur uit kunnen, maar heet hoeft niet voor mij en verdorie, het is herfst, we gaan het donkere jaargetij in, ik wil regen en wind. Ik hou ook van onstuimig weer. Ik hou van de variatie van de seizoenen, hoe hard ik ook kan mopperen als ik door de nattigheid of de kou moet.
De natuur komt in verval. De bloemen zijn uitgebloeid, zelfs degenen die een tweede bloei hebben gehad. De bladeren verkleuren en beginnen te vallen. Eikels en kastanjes liggen op de grond. De laatste oogsten worden binnengehaald. Want ja, dit is het begin van het verval, maar ook de tijd om dankbaar te zijn voor wat de zomer gebracht heeft. En met die opbrengsten veilig onder het dak, zit je lekker binnen de storm uit.
Het hoort erbij. Het is het leven. Leven ontkiemt, groeit, komt tot bloei en vergaat. Ik vind het mooi om dat in onze Nederlandse seizoenen te zien.
Het hoort ook bij ons als mens. Ook wij maken die cyclus door. We ontstaan piepklein, groeien, worden geboren, groeien verder, bloeien op en naarmate we ouder worden treedt het verval in. Uiteindelijk gaan we dood. Dat hoort erbij. We hopen dan allemaal op een lang en gelukkig leven, in bezit van goede gezondheid en verstand, en een zachte dood op hoge leeftijd.
Om die hoge leeftijd te bereiken moet je ouder worden. Je moet zelfs ronduit oud worden. En het lijf dat we gekregen hebben gaat mankementen vertonen. Je bent niet meer zo snel als vroeger, niet meer zo soepel, minder energiek. Maar is dat erg?
Als het goed is heb je doorheen je leven veel geleerd – en dat hoeft niet op school of in de collegebanken te zijn geweest. Je hebt geleerd van je ouders wat belangrijk is, je vrienden vonden misschien heel andere dingen belangrijk. Je hebt geleerd om voor jezelf te bepalen wat jij daarvan vindt. Je hebt geleerd dat het leven niet altijd soepel gaat, en hoe je door moeilijke situaties heen komt. Je hebt geleerd wat je leuk vindt en waar je goed in bent en hebt geleerd waar je grenzen liggen, wanneer je nee moet verkopen. Je hebt, kortom, wijsheid opgedaan. Die wijsheid, dat is jouw oogst. Daarmee laveer je door het stormen van het leven. Je richt je steeds meer alleen op die dingen die voor jou van waarde zijn.
Het is weer voorbij, die mooie zomer. Laat het nu maar waaien en regenen. Het is donker – buitenspelen is er niet meer bij nu ’s avonds. Samen met de kinderen een spelletje doen wel.
Wij zitten binnen, bij het vuur, met onze oogst.