Lang, heel lang geleden, was er eens, heel ver weg, een groot en machtig land. Niet zo ver dat mensen niet in ons kouwe kikkerlandje konden komen, maar wel zo ver dat het ze een paar maanden lopen kostte. Naarmate de geschiedenis vorderde en het minder lang geleden was, lag het land reisgewijs gezien ook minder ver. Maar zoals het gaat met grote machtige landen: òf ze willen nog groter en machtiger worden òf ze hebben jaloerse buren, òf allebei.
Voor de bevolking van het grote, machtige land of de buurlanden maakt dat niet veel uit. Zij zijn altijd de pineut. Voor hen geldt vooral wat voor ieder mens geldt, ook die in kleine kouwe kikkerlandjes: een eigen huis, een bossie tulpen, een vers koppie thee en een visboer (of rivier vol met vis) om de hoek. Als de ene landbaas ruzie maakt met een andere landbaas krijgt de bevolking de kogels in hun lijf, de bommen op hun huis, en de moot gebakken vis kan niet meer om de hoek gehaald worden omdat de weg en de brug vernietigd zijn.
Kortgeleden voelden wij ons bevrijd van de meeste van de vele maatregelen die onze eigen land-bazen hadden ingesteld, allemaal voor onze eigen bestwil. Zó lang mochten we zó weinig. Niet uit eten, niet sporten, niet naar school, niet naar het werk, niet naar concerten. Dan weer wel, dan weer niet. Met een paar prikken in je bovenarm mocht er allengs wat meer, maar lang niet altijd. We lijken nu een groot deel van onze vrijheid terug te hebben.
Dan blijkt ineens hoe dichtbij dat grote machtige land is, dat lang, heel lang geleden heel ver weg lag. Want uit het land ernaast, dat ooit een deel was van dat grote machtige land, komen mensen naar onze kant gelopen. Met auto, trein, bus komen die mensen naar onze buurlanden en naar ons eigen kouwe kikkerlandje. Met een rugzakje met persoonlijke spullen en soms met een geliefd huisdier. Ze gaan niet meer zitten wachten op fluitende kogels en inslaande bommen, zeker niet zonder water, zonder licht, zonder verwarming terwijl het nog dik vriest thuis. Hun landbaas wil de vrijheid van zijn land niet overhandigen aan de baas van het grote machtige buurland. Die baas, laten we hem mr. P noemen, heeft een idee en gaat over lijken om dat ideaal te bereiken.
Ondertussen gaat het met de bevolking van het grote machtige land ook niet zo best. Het zal ze worst wezen of het buurlandje nou wel of niet officieel bij hun grote land hoort. Ze willen ook graag zonder kogels en bommen leven. Met Netflix en met een Big Mac. Maar zij krijgen broers en zonen thuis waar te veel kogels doorheen zijn gefloten. Ze hebben niet meer de keus welke film ze kijken of wat voor nieuwszenders ze kijken. Zelfs een BigMac kan niet meer. De bossies tulpen voor Internationale Vrouwendag kwamen het land niet in. Internationale handel kan niet meer.
In ons eigen kouwe kikkerlandje hebben we het goed. Relatief gezien dan, zonder kogels en bommen. Ons eten, ons licht en onze verwarming, onze mobiliteit worden ondertussen wel steeds duurder. Ook wij kunnen niet meer vrij kiezen welke nieuwszenders we willen kijken. Oh jazeker is er nog keus, maar alleen wat onze eigen landbazen goedkeuren en alleen wat onze asociale media toestaan. Het heet sociale media, maar hoe sociaal is het als iemand die afwijkt, voor wappie wordt verklaard? Goed, je mag demonsteren, maar met je rug tegen de muur, en alleen als je geld hebt, dan is de vrijheid niet duur.
Alleen de vogels vliegen vrij, worden niet geblokkeerd of teruggefloten, ook niet neergeschoten. Alleen de vogels mogen nog zingen zoals ze gebekt zijn.