Toen de dagen gingen lengen en de kans op gladdigheid minder werd, zette ik af en toe mijn fiets buiten om alvast aan het daglicht te wennen. Nee, ik ben geen fanatiek fietser. De auto doet het ook altijd. Maar vanuit de auto mis je dan toch die finesses, die je vanaf de fiets wel waarneemt. Nou ja, missen ... sommige dingen kan ik missen als – een hondendrol. Zoals die dikke drol die regelmatig midden op het fietspad naast de tunnel kan liggen. Dat de hond iets soms ietwat ongelukkig neerlegt, dat kan. Maar schuif het als baasje zijnde even in de berm! Van dit uitwerpsel kunnen we nog dagen-, soms wekenlang genieten. Andere dingen die ik op het fietspad zie zijn net zo fris. Ik ben niet afgestapt om het te controleren, maar ik denk toch echt dat ik zo’n rubber mutsje zag liggen. Zo één dat van die fanatieke zaadjes in de val laat lopen. Inmiddels leken alle zaadjes overreden of in de sloot verdronken.
Wielrenners trouwens, zijn dat ook fietsers? Met het mooie weer komen die ook weer tevoorschijn. Sommige lijken een gehele set eigen verkeersregels te hebben. Ik werd samen met mijn zelf fietsend dochtertje op het fietspad ingehaald ingehaald door zo’n verkeersdeelnemer met de snelheid van het licht. Net zo schrikken als met de auto het kruispunt over willen steken en dan rechts naast je een smalle rode flits zien. Maar laatst zag ik er één keurig door de tunnel gaan! - onze tunnel, waarin je je even in een andere wereld kan wanen. Nu vier jaar Egypte, en wie weet waar ons schip daarna aan zal leggen.
En op de fiets zie ik nog meer mooie dingen. Zo zag ik eens, net zo midden op het fietspad als genoemde drol, een vreemde bruine vlek. Hier stopte ik toch eens voor. Het was een vlinder met gevouwen vleugels. Levensgevaarlijk natuurlijk – midden op een druk fietspad en dan al helemaal als je je prachtige kleuren verbergt. Ik heb haar toch maar even op mijn vinger laten kruipen en in de struiken afgezet. Van overstekende naaktslakken zal misschien niet iedereen de schoonheid zien, maar ik probeer ze toch maar te ontwijken. Ik zag echter ook, op een keienweg waar toch dagelijks buurtbewoners, postbezorgers en vrachtwagens overheen gaan, midden op de weg een bloempje waarvan ik geen andere in de buurt zag staan. Eén eenzame, dappere bloem, die zich staande hield onder al dat verkeer. Dames en heren, dat noem ik een klein wonder. En dat soort dingen kunnen zien, dat maakt fietsen bijzonder.