Op de markt in Raalte stond Hein bij de visboer op zijn beurt te wachten. Twee haringen en een dubbele portie kibbeling zou hij mee naar huis nemen, voor Toos en voor hem zelf. Hij stond dicht achter een zeer stevige dame, van rond de 50, die twee zakken met kibbeling had besteld. "Zou ze die echt alleen opeten?", dacht Hein.
Onwillekeurig gingen zijn gedachten uit naar het vorige weekend waarin hij met zijn hele familie de verjaardag van sinterklaas hadden gevierd. Net als elk jaar weer was dit weer een oergezellig kinderfeest, voor groot en klein. Het bijna eindeloze uitpakken van de surprises werd ondersteund met volop chocolademelk en speculaas en op het eind erwtensoep met rookworst en stokbrood. Hein draaide zich half om en keek naar de kraam aan de overkant. “Heerlijke kalkoenen voor de Kerst” riep de koopman met luide stem. “Lekkerrrrrr en voor een prikkie”. Hein twijfelde, zou hij straks toch maar alvast een kalkoen meenemen voor de kerst? Veronderstel dat er volgende week geen kilo knallers meer in de aanbieding zouden zijn, dan was hij toch maar mooi verzekerd van zijn basis voor het kerstfeest. Want kerst was voor Hein en Toos een nog belangrijker feest dan Sinterklaas. Lekker eten, en met z’n allen rondom een of twee kalkoenen aan een grote lange tafel. Daar kun je het hele jaar naar uitzien. Dat is altijd genieten van de bovenste plank. Die paar kilo’s die je aankomt tijdens de feestdagen moeten er in de zomer maar weer af.
Het was intussen twaalf uur en de eerste maandag van de maand. Tijd om “de sirene” van het centrale alarmsysteem te testen. Het geluid van de sirene galmde over de markt. Hein werd hierdoor herinnerd aan de televisiebeelden met alleen maar gewelddadigheden in de wereld…. Afrika, Syrië, Parijs, het houd maar niet op. En als vanzelf dacht hij ook aan het vluchtelingencentrum dat er volgend jaar in Raalte gaat komen. Wie kan er nu problemen mee hebben dat er tijdelijk 950 vluchtelingen op de stortplaats van Haarman komen te wonen? Wie kan daar nou op tegen zijn? Of mag het misschien ietsje minder zijn? Of ietsje meer? Of nog liever helemaal niet? We zitten hier met ons allen in al onze weelde te genieten van ons rijke aardse leven, terwijl op een paar uur vliegen afstand de mensen omkomen van de honger en moeten vluchten voor oorlog en ellende.
Ineens had Hein eigenlijk helemaal geen trek meer in een haring, maar hij had Toos nou eenmaal beloofd om vis mee te brengen dus bleef hij toch maar rustig in de rij staan. Hij schrok op toen de visboer hem aankeek vroeg: Hein jij twee haringen en een dubbele portie kibbeling zoals altijd? Nee zei Hein, “geef me vandaag maar één haring en een kleine portie kibbeling, want we hebben net sinterklaas achter de rug en de kerstdagen komen er ook nog aan."