Hein zat samen met Toos naar het journaal te kijken. De nieuwslezer gaf uitleg, dat er ook dit jaar in Friesland weer enige discussie was, of er wel of geen geen kievitseieren geraapt mochten worden. Onwillekeurig gingen de gedachten van Hein even terug naar zijn jongensjaren en het "eieravontuur" wat hij in die tijd beleefde.
Ze hadden het er al dagen over gehad, Gait, Hein, Jan en Marinus. Ze zouden samen eieren gaan zoeken . Vandaag was het dan zover, want ze hadden vandaag een mazzeltje. Ze kregen die middag vrij van school, omdat er twee meesters ziek waren. Bovendien moest juffrouw Tutert samen met meester Claesen naar een cursus. Reden genoeg dus om de hele school een middagje vrij te geven. Onderweg naar huis werden de afspraken gemaakt. Om half twee zouden ze verzamelen bij Marinus thuis. Besloten werd dat eerst de "moat" van Seinman en Kroemkamp afgezocht zouden worden. Meestal lagen daar wel kievitseieren of grutto eieren en soms vond je daar een nest met wulpeneieren. Maar niet die middag! Geen ei te vinden!
Teleurgesteld liepen ze terug, springend over de talrijke slootjes die "de moat" in kleine akkertjes verdeelden. Opeens een plons! Gait had zijn aanloop te kort genomen en kwam met een "poot" in de sloot terecht. Hij brak daarbij de romp van zijn klomp. Gelukkig voor hem was alleen het "kramblikje" van een eerdere reparatie losgeschoten. Op een "rikkepoal" werd met behulp van een klomp van Jan de kapotte klomp gerepareerd.
Dan maar naar 't Hakkersveld. 't Hakkersveld was een heideveld met vliegdennen ongeveer zoals het Boetelerveld er nu uitziet. Tegen het "Hakkersveld" aan lag het "Wooldhuusbos". Dit was een meer gecultiveerd bos met lange "ontginningsgreppels" en rechte dennenbomen. Als je nu over de Hakkershoekweg rijdt voel je nog waar de greppels zaten. Ze gingen weer verder zoeken want er was nog steeds geen enkel ei gevonden. Hein begon dat te vervelen en ging op zijn rug onder een boom liggen. Opeens zag hij het! Daar precies in de boom waar hij onder lag zag hij een eksternest! Snel kwamen de anderen aangerend. Eindelijk een nest! Maar hoe nou verder? Het nest zat in de top van de den en de onderste takken zaten op bijna 3 meter hoogte. Dus werd Marinus (de kleinste) door de andere drie opgetild, zodat hij bij de onderste tak kon. Dat ging vlot, als een aap klom hij naar boven.
Bij het nest aangekomen stak hij 4 vingers omhoog. Vier eieren, dat betekende voor elke deelnemer 1 ei. Nu nog weer naar beneden. Tot de onderste tak ging het goed maar "optillen" gaat gemakkelijker als van een tak "aftillen". Springen zou wel kunnen, maar hoe hou je dan de eieren heel. In de broekzak zou zeker mislukken en een pet om de eieren onder te stoppen hadden ze niet. Doe ze dan in je mond riep Hein. Dat was de oplossing! Marinus stak voorzichtig de eieren in zijn mond die nu niet meer helemaal dicht kon, want dan zouden de eieren breken. Hij waagde de sprong en kwam met een smak op de grond terrecht. Maar o jee, door de klap was ook zijn mond dichtgeklapt en de alle eieren gebroken. Voorzichtig peuterde hij de eierschalen, samen met de half volgroeide eksterkuikens uit zijn mond. Daar zaten ze dan met z'n vieren, vuil en moe, klomp kapot en alleen Marinus had eieren geproefd.
En Toos?? Toos legde Hein een dekentje over zijn rug want die was "onder het journaal" waar absoluut niemand hem mocht storen, op de bank weer eens in slaap gesukkeld.