Al twee dagen lang kon Hein zijn bril niet vinden. Hij wist zeker dat hij de bril voor het slapen gaan, zoals iedere avond, op de kapstok had gelegd. Dat is voor hem een vast ritueel waar hij zich altijd stipt aan houdt en toch was zijn bril al 2 dagen zoek. Toos had hem al een paar keer geadviseerd om toch maar naar Boertie te gaan voor een nieuwe, maar daar wou Hein nog niks van weten. Zijn humeur werd er echter niet beter op, zeker niet toen hij een blaar onder zijn kunstgebit op voelde komen. Was er zeker weer een pitje uit de bessenjam onder zijn gebit blijven plakken. Alsof het zo moest zijn, ging het piepertje van zijn gehoorapparaat ook nog af, als teken de batterijen bijna op waren. Wat een gedoe, met al die hulpapparatuur, een knappe vent die daar niet sacherijnig van wordt.
’s Avonds in z’n luie stoel keek hij nog niet vrolijk. Toos begon dat te vervelen. “Hein denk nou eens goed na wat je de laatste dagen allemaal hebt gedaan” zei ze “die bril raakt niet zo maar vanzelf zoek. Je hebt hem vast ergens neergelegd waar hij niet hoort”. Maar Hein was zeker van zijn zaak. In de brillendoos op de kapstok daar hoorde de bril en daar had hij hem neer gelegd!
In gedachten ging hij toch maar eens na wat hij de laatste dagen allemaal nog meer had gedaan als zijn bril opbergen. Tanden in een bakje met steradent zetten, scheerapparaat aan de oplader gezet, ipad aan de oplader gezet, batterijen voor zijn hoorapparaten vervangen, batterijen van zijn trimfiets vernieuwd, fiets aan de oplader zetten,nieuwe kniebanden gekocht en ga zo maar door. Het lijkt wel alles op batterijen moet en dat een mens niet zonder ondersteuning kan leven, dacht Hein en dan had hij nog niet eens zijn nieuwe steunzolen meegerekend. Tegen de zin van Toos had hij via internet nieuwe steunzolen besteld, maar die zaten niet lekker dus had hij ze maar weer retour gezonden. Hij had ze ingepakt en klaar gezet op de kapstok. Toos zou het pakketje bij de Primera in Raalte afgeven. STEUNZOLEN! Dat was het! Bij het inpakken had hij zijn bril nog op, dat wist hij zeker! Voorzichtig vroeg hij aan Toos of ze het pakketje afgegeven had bij de Post. Toos draaide eerst een beetje om de waarheid heen en moest bekennen dat ze er niet aan had gedacht om het pakje met de steunzolen te posten.
Hein liep onopgemerkt naar de kast in de berging, waar Toos de boodschappentas altijd had hangen. Gelukkig het pakje zat nog in de boodschappentas. Hij frommelde het postpakketje open en vond zijn bril keurig netjes verpakt tussen de steunzolen.
“Kijk” zei Hein tegen Toos “Heb je natuurlijk tegelijk met de steunzolen mijn bril in jou tas gestopt. Geen wonder dat ik hem kwijt was”!