Afgelopen dagen voorspelden ze dan weer wel, dan weer niet, een witte Valentijnsdag. Het laatste wat ik zag was dat er alleen natte sneeuw zou komen, gevolgd door de hashtag (zo’n hekje dus) #nietwit. Maar ik werd wakker op Valentijnsdag, keek naar buiten en dacht #welwit. En ik dacht potvervijfeurocenten, ik denk in het Twitters!
Ach ja, dat Twitter. Het is een hele wereld op zich. Het meeste gaat aan me voorbij. Ik heb niet alleen een gave om dingen te missen, maar veel dingen wil ik gewoon helemaal niet volgen omdat er lang niet altijd beleefd geconverseerd wordt. Maar over het weer krijg ik wel meldingen. Soms is dat handig, want ik ben niet zo trouw in het kijken van het journaal en helaas versta ik zelf niet de edele kunst van het weer voorspellen. Vroeger, vroeger, toen konden mensen aflezen wat voor weer het werd uit de vlucht van de vogels, de bloei van de bomen, vorst of wind of zon op bepaalde dagen. Ik heb weer-appjes op mijn telefoon en ontvang weer-tweets. En ik kijk naar buiten. En ik ga buiten voelen.
Ik vind het een heerlijk iets, dat weer. Nee, ik hou niet van fietsen door de regen. In een eerder blog heb ik verteld dat ik niet zo’n fanatiek fietser ben, en als het glad is of flink regent hou ik extra veel van mijn lila bolide. Maar vanuit een warme, droge positie kan ik regen best wel waarderen. Het is goed voor ons vruchtbare landje – mits met mate, natuurlijk. Hetzelfde geldt voor de zon. Boven de dertig graden hoeft echt niet voor mij en van dat kleffe klamme weer geniet ook niet mijn voorkeur. Sneeuw en een witte wereld vind ik prachtig. Vooral als ik er niet op wielen doorheen hoef. Onweer – ik weet dat het zeker gevaren met zich meebrengt, maar ik vind het machtig mooi om te zien.
Eigenlijk is het vooral de afwisseling van de seizoenen en van onze weersomstandigheden waar ik van hou. Ja, de seizoenen lijken nogal in de war. Zomer in december, herfst in februari. Maar we zien toch nog steeds alle soorten weer doorheen het jaar.
We hebben regen. Motregen die de hele dag door druilt, fikse buien die dreigend in de verte hangen en op een jou ongelegen moment boven je hoofd uitbarsten. We hebben zon. De volle hete zomerzon waar je maar een paar minuten onbeschermd in kan blijven, een zacht voorjaarszonnetje dat je ertoe aanzet de jas eens thuis te laten, een waterig zonnetje dat door die motregen heen tracht te komen. Onweer komt ook voorbij. Vaak blijft het bij gerommel in de verte, soms gaat het behoorlijk tekeer. Waarbij dan, gelukkig, het ergste dan toch langs ons heen trekt. We hebben vorst, sneeuw, ijs en rijp. Matige vorst hebben we zelfs deze winter gehad, waarvan we zeggen dat het geen winter is. We hebben lichte nachtvorst gehad op het moment dat de sneeuwklokjes net hun hoofdjes lieten zien. We hebben rijp gehad, wat prachtige foto’s op Twitter opleverde.
Ach ja, dat Twitter. Het is een hele wereld op zich. Maar de foto’s van het weer in ons klein, laaggelegen stukje van de wereld, dat waardeer ik enorm. En doorgaans bejegenen mensen in die tweets elkaar vriendelijk. Zo vriendelijk als een voorjaarszonnetje, een verkwikkend klein regenbuitje of zachte sneeuwvlokken.