Ja. Daar zit je dan, achter je computer. Een stukkie tikken moet je. Waarover zal ik het deze keer eens hebben? Over hufterigheid in het verkeer? Zo zat ik laatst met de auto achter drie pubers op de fiets. Na kort claxonneren mijnerzijds schikte de jongedame in zodat ik kon passeren. In mijn achteruitkijkspiegel zag ik dat de jongeman in het gezelschap mij met een bepaalde vinger liet weten niet van mijn aanwezigheid gecharmeerd te zijn. Zo reed ik laatst op de hoofdrijbaan ter hoogte van de school, het dorp uit, en werd met tweemaal de toegestane snelheid ingehaald. Maar ach, dat zijn kleine irritaties. Hoewel het te denken geeft dat ik dit soort gedrag zo vaak zie dat ik er meestal mijn schouders over ophaal.
Hufterigheid op de sociale media is ook al zo’n alledaags verschijnsel. Natuurlijk kan je het ergens niet mee eens zijn en mag je dan de discussie aangaan, maar om dan meteen degene die het schrijft of deelt uit te maken voor rotte vis en de meest ernstige zaken toe te wensen lijkt mij niet nodig. De term ‘rotte vis’ ben ik trouwens niet tegengekomen. Dat zou nog haast een beleefde term zijn vergeleken bij wat er wel getypt wordt. Sommige woorden staan nog net in de Dikke van Dale. Natuurlijk zijn er vele meningen en verhalen over bijvoorbeeld de vluchtelingenkwestie, over Piet die al dan niet zwart mag of moet zijn, over voeding, vee en gewas. Volgens mij helpt het dan nog altijd om te luisteren naar waarom iemand een andere mening dan jij is toegedaan. In gesprek blijkt soms dat je uiteindelijk hetzelfde doel nastreeft. Maar om daarachter te komen moet je wel elkaar uit laten praten en luisteren naar wat iemand zegt. Of uit laten typen, en lezen wat iemand typt.
C ‘est le ton qui fait la musique – het is de toon die de muziek maakt, ofwel de toon waarop iemand iets zegt maakt veel duidelijk over wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. In een getypt stukje is dat niet altijd helder. In het verkeer weet je meestal helemaal niet wat iemand denkt – wellicht was de jongeman geschrokken van mijn claxon, misschien haastte de inhalende automobilist zich naar een geliefde in het ziekenhuis. Ik weet het niet – en toch interpreteer ik het in eerste instantie als hufterigheid. Misschien schuilt er in mij ook een kleine hufter, wie weet.
Het is de toon die de muziek maakt. Ook op de basisschool weten ze dat en ze geven er bewust aandacht aan. Hoe zeg je iets tegen een ander – hoe kan je het anders zeggen, hoe kan je het netjes zeggen. Respect voor elkaar – leerlingen onderling, naar de leerkracht toe, óók van leerkracht naar leerling, respect voor elkaars en eigen spullen. Het is nodig. Ja, op de basisschool. Ook op de basisschool.
Misschien dat wij in Nederland allemaal dat lespakket eens moeten volgen. Misschien gaan we dan in de toekomst met respect met elkaar en elkaars eigendommen om. Kijk - dàt klinkt mij nu als muziek in de oren.