marienheem viertvrijheid klein

75 jaar vrijheid in Mariënheem.

In 2020 was het 75 jaar geleden dat ons land is bevrijd na 5 jaar Duitse bezetting. Ook in ons dorp Mariënheem hebben in de bezettingsjaren sporen nagelaten. Met name vanaf het najaar van 1944 heeft Mariënheem heel wat beproevingen te verduren gehad.

Treinbeschieting:
Één voorval die met name in het geheugen van de oudere Mariënhemers is gegrift is uiteraard de aanval op de trein die Mariënheem passeerde op zondag 25 februari 1945. Die morgen reed een trein komende vanuit Roermond over het spoor bij Mariënheem richting Friesland. In de trein zaten 1500 Limburgse evacués, wonende in de frontlinie en door de Duitsers op transport gezet in beestenwagens. Toen de trein was aangekomen nabij kerk en school in Mariënheem doken op de bewuste zondagmorgen plotseling enkele Canadese jachtbommenwerpers op. De piloten namen de trein onder vuur. Ze waren in de veronderstelling dat het ging om een transport van Duitse troepen. Paniek brak uit en inzittenden van de trein vluchten alle kanten op en dekking zoekend tegen nieuwe aanvallen. Het trieste resultaat dan deze bizarre vergissing waren 4 doden en 80 gewonden. Deze beschieting heeft diepe sporen achtergelaten bij gewonde slachtoffers, hulpverleners, betrokkenen en omwonenden.

Aandacht:
Ooggetuigen en nabestaanden hebben bij herhaling hun verbazing uitgesproken dat aan dit bizarre voorval geen blijvende herinnering is overgebleven ter nagedachtenis aan de 4 omgekomen personen en de gewonden die hierbij waren te betreuren. In het kader van 75 jaar vrijheid, was het moment aangebroken om dit tragische voorval alsnog een blijvende plek in de Mariënheemse gemeenschap te geven.

Plaatsen gedenkteken:
Een werkgroep vanuit Mariënheem heeft het initiatief opgepakt om een gedenkteken te plaatsen. U staat nu nabij de plaats waar de beschieting heeft plaatsgevonden. Er is symbolisch een stuk spoor met daarop een trein as geplaatst. Verder is een kijker geplaatst die gericht is op een zogenaamd zichtframe nabij de spoorlijn. Dit is de exacte plaats waar op 25 februari 1945 de trein tot stilstand is gekomen. Ook is er een plaquette geplaatst met daarop de namen van de omgekomen passagiers. Voor hen kwam de bevrijding “Ein Weak Te Laat”.

Boekwerk:

Ook is ter gelegenheid van 75 jaar vrijheid een boekwerk uitgebracht met daarin persoonlijke oorlogsverhalen die zijn opgetekend door personen die de oorlog en bevrijding van nabij hebben meegemaakt.

Geïnteresseerden kunnen dit boek bestellen via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 zij waren erbij

 

Hieronder treft een passage aan uit het boek “Het dorp Mariënheem”, waarin de treinbeschieting wordt beschreven. Dit boek werd in 2012 uitgegeven ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van het dorp Mariënheem.

Naderende bevrijding

Op nieuwjaarsdag 1944 gaf pastoor De Jong vanaf de kansel een terugblik op het afgelopen jaar. Hij memoreerde tevens dat ‘de algemene verwachting is, dat dit jaar de zolang gehoopte vrede zal schenken, hoewel het er nog in niets op gelijkt’.We zagen hierboven al, dat Mariënheem vooral vanaf het najaar van dat jaar nog heel wat beproevingen te verduren kreeg. Daarvan het meest in het geheugen van de oude Mariënheemers gegrift, is uiteraard de aanval op de trein op zondag 25 februari 1945. Die morgen reed een trein komend uit Roermond richting Mariënheem met ruim 1500 Limburgse evacués, wonend in de frontlinie door de Duitsers op transport gezet in beestenwagons waar de mest nog in lag. Rond 8.00 uur in de nabijheid van de kerk aangekomen, doken uit de winterse lucht plotseling enkele Canadese jachtbommenwerpers op. De piloten gaven gevolg aan de opdracht al het verkeer in bezet gebied onder vuur te nemen. Eerst namen ze de locomotief op de korrel, eerst met bommen, later met boordwapens. Er ontstond grote paniek na de eerste aanval. De inzittenden van de trein vluchtten alle kanten op, tussentijds dekking zoekend tegen nieuwe aanvallen. Want uiteindelijk zouden de vliegtuigen nog een viertal keren de trein bestoken. ´Kogels fluiten over de kerk, bommen exploderen in onmiddellijke nabijheid van kerk. Geweldige schrik bij de kerkgangers op het einde der Vroegmis, of liever, wegens de oorlog, de tweede H. Mis, daar de vroegmis reeds om ¼ over 6 had plaats gehad. Gelukkig geen paniek´, zo schrijft De Jong, die de kerkgangers wel direct opdracht had gegeven zich onder de banken te verschuilen. Het verhaal gaat dat men nadien een vrouw miste; zij bleek echter vast te zitten onder de bank. Viel binnen de paniek mee, buiten was deze des te groter.

Later zou J. Wolters, een van de 1500, vertellen hoe van de wagon waarin hij met zijn ouders en 9 broers en zussen zat, het dak er afvloog en zijn moeder ernstig gewond raakte. Toen de trein stil stond kropen zij er allen onder tot de beschieting over was, om vervolgens naar de dichtstbijzijnde boerderij te gaan. Daar werd zijn moeder op een ladder gelegd en naar café Kogelman gedragen. Vanwege haar slechte toestand werd zij daar, gelegen op het biljard, bediend. Ook anderen werden ter plaatse door de pastoor van het H. Sacrament der Stervenden voorzien. Uiteindelijk zou het met moeder Wolters toch nog goed afgelopen. In de open lucht werden talrijke gewonden verzorgd door leden van het Rode Kruis uit Raalte en uit de trein afkomstige Rode Kruis medewerkers. Dit gebeurde al tijdens de beschieting, aldus Jan Tielbeek uit Raalte. ‘Ik kan me nog herinneren dat ik op een gegeven ogenblik een brancard met daarop een gewonde droeg. En plotseling kwamen de vliegtuigen er weer aan. Ik dook met brancard en al zo snel als ik kon een sloot in om dekking te zoeken’, zo vertelde hij. Net als het gezin Wolters, hadden vele anderen tijdens en na de beschietingen onderdak gezocht bij de omliggende boerderijen. Het verzorgen van de gewonden duurde dan ook de gehele dag. Velen werden naar het ziekhuis in Raalte, maar ook die in Zwolle en Deventer overgebracht. Nadat een nieuwe locomotief was gearriveerd moest de reis voor velen onder grote angst voortgezet worden. Alleen diegenen die gewonden in de familie hadden mochten blijven. Zij werden eerst in Raalte in een aantal scholen ondergebracht, later bij gastgezinnen. Een aantal gezinnen werd ook opgevangen in Mariënheem, zoals het gezin Wolters bij de familie Ten Hove aan de Schoonhetenseweg. Uiteindelijk waren er vier slachtoffers te betreuren, de jongste was 7 jaar, de oudste 71.

Tijdens de aanval ontplofte een van de bommen in de pastorietuin. Het maakte de nog heel gebleven ramen aan de zuidkant van de kerk tot een ruïne. Ook menig raam en enkele deuren van de pastorie werden vernield. Uiteindelijk was langer in pastorie blijven en missen houden in kerk niet langer verantwoord. ‘De parochianen waren bovendien dodelijk bang’, aldus de pastoor. De gehele pastorie werd uiteindelijk ontruimd; ‘niets kon worden achtergelaten, daar de Duitschers dit, bij inspectie, als oorlogsbuit zouden meevoeren’. Veel van de inventaris werd ondergebracht bij de buren. De rest werd meegenomen naar de boerderij van kerkmeester A. Jansen Holleboom te Linderte, waar al geruime tijd voor de bewoners van de pastorie een toevlucht plaats was gereserveerd. De deel van de boerderij werd gebruikt als kerk. Eerst stonden de koeien nog op stal, maar met Pasen (1 april) gingen deze naar buiten. ‘Het opdragen van de H. mis ging aldaar zeer devoot en ook de parochianen, die in grote getale aldaar kwamen, waren zeer content’, aldus de parochiekroniek. Ook de andere missen vonden op de boerderij van de kerkmeester plaats; doordeweekse missen eerst in de kamer, later op de droogzolder, die enigszins als kapel was ingericht, met een sacramentsdag-altaar uit Heeten.

De laatste dagen voor de bevrijding waren zeer angstig, aldus pastoor De Jong. De bevrijding van het grondgebied dat tot de gemeente Raalte behoort, nam vier dagen in beslag. Na hevig Duits verzet in de omgeving van Haarle, waarbij 10 Canadezen sneuvelden, kwamen op 9 april de eerste Canadezen de gemeente binnen. De Duitsers raakten in paniek. Toen het verzet twee Duitsers had gedood, staken de Duitsers op dinsdagavond 10 april in het Raalter deel van Linderte, in onmiddellijke nabijheid van boerderij van Jansen Holleboom waar de pastoor verbleef, tien boerderijen in brand. ‘Op woensdagmorgen kwamen reeds eenige tanks van de Canadezen. Donderdag waren wij hier vrij. Deo multimus gratias [God heel veel dank]. Wat een angst en vrees werd van onze schouders genomen!’, zal de pastoor later neerschrijven. Gelukkig waren er binnen de grenzen van zijn parochie met de bevrijding geen slachtoffers gevallen en geen enkele boerderij verbrand. ‘Mariënheem had veel reden dankbaar te zijn voor de zichtbare hulp van den parochie-patrones, de gezegende Moeder Maagd’. Op zaterdag 14 april was er weer voor het eerst een H. Mis inde parochiekerk. De donderdag erna, 19 april, volgde een plechtige H.Mis, met assistentie van pastoor Visser. Deze hield aan het eind van de daar opvolgende plechtige dankprocessie door het processiepark ook de preek. ‘De deelname van de parochianen was algemeen. Zeer feestelijk was door aller medewerking kerk en park versierd. De gemeenschappelijke zorg was werkelijk voorbeeldig en heeft veel bijgedragen tot de algemene voldoening over deze dankdag’. Op zondag 6 mei werd in de kerk een Te Deum (het grote lof- en dankgebed bij plechtige feestvieringen) gezongen als voorlopige dankviering van de bevrijding van Nederland, ‘die nu algeheel is geworden’, zo schreef De Jong ongetwijfeld dankbaar. Het herstel van de schade aan kerk en pastorie, zou net als dat aan het schoolgebouw nog wel enige jaren in beslag nemen. Pas medio 1948 kon een eindafrekening van de uitgaven voor herstel van de oorlogsschade worden opgemaakt. Toch kon pastoor De Jong in zijn parochiekroniek noteren: ‘Nu kon het parochieleven weer zijn gewone gang gaan’.

 

Deel dit via social media